Genesis 43:11-15 een ommekeer

In de vorige verzen zagen we Juda naar voren treden en we zien hem veranderen in deze hoofdstukken. Eerder was hij nog degene die voorstelde om Jozef te verkopen (37:26-27). Nu stelt hij zich borg voor Benjamin. Bedenk dat er veel overeenkomsten zijn tussen Jozef en Benjamin. Beiden waren van dezelfde moeder (Rachel) en beiden zijn boven de andere zonen, geliefd door hun vader. Juda’s houding ten opzichte van Benjamin is compleet anders dan die jegens Jozef was. Deze omkering van Juda is een uitbeelding van de bekering van het Joodse volk in de toekomst.

Genesis 43
11 En hun vader Israël zegt tot hen: Indien het zo gesteld is, doet dan dit: Neemt van het beste van het land in jullie voorraadzakken en neem een erkenningsgeschenk mee voor de man: een weinig balsem en een weinig honing, tracagant-gom en hars, pistache-noten en amandelen.
12 En neemt een dubbele hoeveelheid geld mee; en het geld, dat boven in jullie tassen teruggebracht was, moeten jullie terugbrengen; misschien was het een vergissing.
13 En neemt jullie broer mee, en staat op; keert terug tot de man.
14 En God, de Almachtige, geve jullie mededogen voor het aangezicht van de man, zodat hij jullie andere broer laat gaan, en Benjamin. En wat mij aangaat, als ik van kinderen beroofd word, dan word ik van kinderen beroofd.
15 En de mannen nemen dat erkenningsgeschenk en zij namen een dubbele hoeveelheid geld in hun hand, en Benjamin. En zij staan op en zij dalen af naar Egypte en zij staan voor het aangezicht van Jozef.

Juda
Juda neemt de leiding van de broers op zich en als woordvoerder representeert hij hen. De verandering die Juda ondergaat, bereikt zijn hoogtepunt in het volgende hoofdstuk en is uiteindelijk de aanleiding dat Jozef zich niet meer kan beheersen en zich bekend maakt aan zijn broers (45:1).

Jakob
Ook van Jakob zien we hier een ommekeer. Jakob die onwillig was om Benjamin te laten gaan (42:38-39), wordt in een onmogelijke positie gebracht en komt hierop terug. Hij laat de broers toch afreizen met Benjamin. En in zijn benauwdheid (Jer.30:7) zien we dat Jakob de blik omhoog richt en het leven van Benjamin in Gods hand legt. In de woorden van Jakob lezen we berusting: “als ik van kinderen beroofd word, dan word ik van kinderen beroofd”. Ze doen denken aan wat Esther zei, die ook in een moeilijke positie werd gebracht. Zij sprak de bekende woorden: “kom ik om, dan kom ik om” (Esther 4:16).

Israël
De omkering van Juda en de verandering van Jakob illustreren hoe het Joodse volk, het huis van Israël, in de grote verdrukking zich zal bekeren. Zij zullen uiteindelijk opzien naar God en de naam van JAHWEH aanroepen (Ps.50:15, 91:15; Zach.13:9). Dan zal de ware Jozef zich aan hen bekendmaken.