Genesis 43:7-10 de tweede ontmoeting met Jozef

De rol die Juda speelt in deze hoofdstukken is opmerkelijk. Eerst was daar zijn kwalijke rol bij het overleveren van Jozef. Het was immers Juda die voorstelde om Jozef over te leveren en daar winst uit wilde behalen (37:26-27). Zoals zijn naamgenoot Judas later Jezus zou overleveren voor dertig zilverlingen (Matth.26:15). En dan is er natuurlijk ook nog de geschiedenis over de misstap van Juda met Thamar (Gen.38). Een verhaal dat een aaneenschakeling is van morele dieptepunten. Maar in deze hoofdstukken zien we hoe Juda verandert. Anders gezegd: hoe hij tot inkeer (bekering) komt.

Genesis 43
7 En zij zeggen: De man heeft gevraagd, ja, gevraagd naar ons en naar onze verwantschap, zeggend: Leeft jullie vader nog? Hebben jullie nog een broer? En wij hebben het hem in overeenstemming met de feiten verteld. Hoe konden wij weten, ja, weten, dat hij zou zeggen: Doet jullie broer afdalen?
8 En Juda zegt tot zijn vader Israël: Zend de jongen met mij. En laten wij opstaan en gaan, opdat wij leven en niet sterven, niet alleen wij, maar ook jij en onze kinderen.
9 Ik zal borg voor hem zijn. Van mijn hand zal jij hem zoeken; indien ik hem niet tot jou terugbreng en voor jou stel, dan sta ik al mijn dagen bij jou in de schuld.
10 Want als wij niet getalmd hadden, dan zouden wij nu al twee keer teruggekeerd zijn.

bekering
Het woord dat in vers 10 wordt vertaald met teruggekeerd zijn, is hetzelfde woord als we bijvoorbeeld vinden in: Deut.30:10; 1 Kon.8:33; Ez.39:25 en Hos.7:10. In deze Schriftplaatsen gaat het over de omkering of bekering van het huis van Israël. Zij zijn in ballingschap (verstrooid) onder de natiën en God verbergt Zijn aangezicht voor hen. Wanneer in de toekomst Israëls herstel ingeluid zal worden, zal God een omkering brengen in hun lot en Israël zal zich bekeren.

tweede ontmoeting
De bekering van Israël zal plaatsvinden bij de tweede komst van de Messias. In Zijn eerste komst hebben zij Hem niet herkend, maar wanneer Hij opnieuw aan hen verschijnt, zal Hij zich bekendmaken. Zo maakt ook Jozef zich bekend aan zijn broers bij de tweede ontmoeting. Het talmen (:10) van het huis van Jakob, doet dan ook denken aan de woorden in 2 Petrus 3. Petrus, die in eerste instantie verwachtte dat de Heer spoedig zou terugkomen en dat Israël zich spoedig zou bekeren, was inmiddels door Paulus op de hoogte gebracht dat dit langer zou gaan duren (3:16). Met betrekking tot de komst van de Heer (3:4) legt hij uit dat dit zo’n tweeduizend jaar zal duren (3:8) en hij legt ook uit waarom:

2 Petrus 3
9 De Heer talmt niet met de belofte, zoals sommigen het talmen achten, maar Hij is geduldig vanwege jullie, omdat Hij niet van plan is, enigen verloren te laten gaan, maar aan allen plaats te bieden voor bezinning.

Wat menselijkerwijs gezien talmen lijkt, blijkt zo beschikt te zijn door God. Net als in de geschiedenis van Jozef (zie 45:8 en 50:20), is het ongeloof van het huis van Jakob naar Gods plan. In deze tussentijd, waarin Israël terzijde is gesteld, is het Paulus die de verzoening van de wereld verkondigt (Rom.11:15), want God is niet van plan enigen verloren te laten gaan.