Genesis 47:1-6 vijf uit de broers

Getallen spelen een belangrijke rol in de bijbel en hebben een symbolische betekenis. Zo zijn alle Hebreeuwse letters niet slechts letters, maar hebben ze ook een getalswaarde, vergelijkbaar met zoals wij dat ook kennen van Romeinse cijfers.

In de geschiedenis van Jozef vinden we niet veel getallen en dan valt het op dat het getal vijf een aantal keren voorkomt. Eerder schreef ik hier al over. Drie keer wordt er in het verslag over Jozef gesproken over een vijfde deel (41:34; 47:24 en 26) en vier keer vinden we vijf als telwoord voor de aanduiding van jaren, kledingstukken en in de volgende verzen van Genesis 47: vijf mannen (45:6,11 en 22; 45:2). Totaal zeven keer dus, wat de opsomming met recht compleet maakt, want zeven is het getal van volheid.

Genesis 47
1 Toen kwam Jozef bij Farao en hij vertelde, zeggende: Mijn vader en mijn broers zijn met hun schapen, en hun runderen en al wat zij bezitten, uit het land van Kanaän gekomen, en zie, zij zijn in het land van Gosen.
2 En hij nam uit zijn broers vijf mannen en hij stelt hen voor Farao.
3 En Farao zegt tot zijn broers: Wat zijn jullie werkzaamheden? En zij zeggen tot Farao: Jouw dienaren zijn schaapherders, zowel wij als ook onze vaders.
4 En zij zeggen tot Farao: Wij zijn gekomen om tijdelijk in dit land te verblijven, want er is geen weideplaats meer voor de kudde, die jouw dienaren hebben, omdat de hongersnood zwaar is in het land van Kanaän. En nu, laat uw dienaren, alsjeblieft, in het land van Gosen wonen.
5 En Farao zegt tot Jozef, zeggend: Jouw vader en jouw broers zijn tot jou gekomen.
6 Het land van Egypte ligt voor jou open. Doe jouw vader en jouw broers in het goede van het land wonen. Laat hen in het land van Gosen wonen. En indien jij weet, dat er onder hen bekwame mannen zijn, plaats die dan tot oversten over mijn vee.

een bekeerd Israël
In de blog waar ik hierboven naar verwijs heb ik uiteengezet dat vijf verwijst naar Gods beloften en genade. Jozef neemt vijf van zijn broers uit de zonen van Israël en stelt ze voor Farao. Zij representeren een bekeerd Israël dat in vrede zal wonen in het land onder heerschappij van de ware Jozef, hun Messias. Vanuit die positie als Koning op de troon in Jeruzalem en als Hogepriester van het volk, zal Hij deze hele wereld aan Zich onderwerpen. Zoals het lied zegt: “Vanaf Zijn troon vestigt de Zoon zijn heerschappij“.

het vijfde Koninkrijk
In het beeld van Daniël 2 worden vier aardse koninkrijken gesymboliseerd door goud, zilver, koper en ijzer/klei. Deze worden teniet gedaan en opgevolgd door een ander Koninkrijk, dat voorgesteld wordt als een steen, die al deze koninkrijken vermaalt tot stof. Dit vijfde Koninkrijk is een uitbeelding van het Israëlitische Koninkrijk met de Messias aan het Hoofd, dat deze hele aarde zal vullen.

Daniël 2
35 Toen werden tezamen het ijzer, het klei, het koper, het zilver en het goud verpulverd, en zij werden als kaf van de dorsvloeren in de zomer; en de wind hief hen op, en er werd geen enkel spoor meer van hen gevonden. En de steen die het beeld had getroffen, werd tot een grote berg en vulde de gehele aarde.
(…)
44 En in hun dagen, dat is, van deze koningen, zal de God van de hemelen een koninkrijk oprichten, dat tot in de aeonen niet geschaad zal worden, en het koninkrijk zal niet aan een ander volk worden overgelaten. Het zal al deze koninkrijken verpulveren en beëindigen, en het zal stand houden tot in de aeonen.