Genesis 47:13-20 Jozef verwerft al het land

Nu volgt een beschrijving van Jozefs regeringsbeleid in de jaren van hongersnood die nog volgen. Eerder bleek al dat Jozef een verstandig man was met een vooruitziende blik toen hij niet slechts Farao’s dromen uitlegde, maar ook advies gaf hoe om te gaan met de zeven jaren van overvloed en de zeven jaren van hongersnood (Gen.41). Hier zien we hoe door Jozefs beleid heel het land verkregen wordt tot bezit van Farao.

Genesis 47
13 En er was in het gehele land geen brood, want de hongersnood was uitermate zwaar; en het land van Egypte en het land van Kanaän verkwijnen ten gevolge van de hongersnood.
14 En Jozef verzamelde al het geld, dat in het land van Egypte en in het land van Kanaän gevonden werd als betaalmiddel voor het graan dat zij kwamen kopen. En Jozef brengt het geld in Farao’s huis.
15 En toen het geld uit het land van Egypte en uit het land van Kanaän op was, kwamen alle Egyptenaren tot Jozef, zeggend: Geef ons brood! Waarom zouden wij voor jouw ogen sterven? Want er is geen geld meer.
16 En Jozef zegt: Geef mij jullie vee, en ik zal jullie brood geven in ruil voor jullie vee, indien er geen geld meer is
17 En zij brengen hun vee tot Jozef, en Jozef geeft hen brood in ruil voor de paarden, en voor het vee van de schapen, en voor het vee van de runderen en voor de ezels. En hij voorzag hen door de hongersnood heen in dat jaar met brood in ruil voor al hun vee.
18 En dat jaar komt ten einde, en zij komen tot hem in het tweede jaar en zij zeggen tot hem: Wij zullen het niet voor mijn heer verbergen dat, nu het geld op is en onze veestapel tot mijn heer is gekomen, er voor mijn heer niet anders overblijft dan ons lichaam en onze grond.
19 Waarom zouden wij voor jouw ogen sterven, zowel wij als ook onze grond? Koop ons en onze grond in ruil voor brood; en wij en onze grond zullen dienaren zijn voor Farao. En geef ons zaad, opdat wij leven en niet sterven, en de grond niet troosteloos gemaakt wordt.
20 En Jozef koopt alle grond van Egypte voor Farao, want de Egyptenaren verkochten ieder zijn veld, omdat de hongersnood hen vasthield. En het land komt in het bezit van Farao.

alles onderschikt aan Hem
Jozef is heerser in Egypte en verkrijgt al het geld, het vee, de mensen en de grond. Alles wordt zijn eigendom en behoort hem rechtens toe. Nu we zo vaak gezien hebben dat Jozef een type is van Christus, behoeft dit nauwelijks uitleg. Hier wordt een plaatje geschilderd van de Messias, die Zijn Koninkrijk zal vestigen over deze hele wereld. Alles zal Hem toebehoren. Deze hele wereld, al het land, alle mensen, alles zal worden tot Zijn eigendom. Alles zal onder Zijn voeten worden geplaatst en wanneer Hij een volmaakt Koninkrijk heeft gevestigd, zal Hij dit overdragen aan God, de Vader (Ps.8:7; 1 Kor.15:24-28).