Enkele weken geleden heb ik een serie blogs geschreven over de eerste verzen van Genesis. Dat wil ik nu weer oppakken, want er valt nog veel meer te zeggen over het scheppingsverhaal. Bijvoorbeeld over de zes dagen in Genesis 1, die over het algemeen worden gezien als de zes dagen waarin God hemelen en aarde schiep. Maar klopt deze lezing wel?
eerste boek van Genesis
Het eerste deel van Genesis (1:1-2:4) is een document van het ontstaan van hemelen en aarde en wordt in sommige vertalingen genoemd: de geboorten van hemelen en aarde (Gen.2:4; Statenvertaling en Naardense bijbel). Op het Hebreeuwse begrip toledoth dat hier vertaald wordt met geboorten, komen we later nog terug. We vinden dit woord 13 keer in Genesis en het blijkt een sleutelbegrip te zijn.
Voor nu volstaat het om te zeggen dat toledoth meestal een afsluiting betreft van het voorgaande gedeelte, een onderschrift met vermelding van een aantal gegevens, zoals de schrijver: Adam (5:1), Noach (6:9), Izak (25:19), enz. Vergelijkbaar met ons begrip colofon, maar dan een erg beknopte. Het boek Genesis is dan ook een verzameling van boeken, opgetekend door verschillende schrijvers, de hoofdpersonen zelf, en is later samengevoegd door Mozes.
geen zes scheppingsdagen
Meestal wordt Genesis 1 dus gelezen als een beschrijving van de zes scheppingsdagen waarin God hemelen en aarde schiep. Maar die lezing roept nogal wat problemen op. Ik wil dan ook laten zien waarom Genesis 1 niet kan gaan over hoe God in zes dagen hemelen en aarde schiep en natuurlijk ook waar het wél over gaat.
Genesis 1 is een verslag hoe God in zes dagen aan Adam Zijn scheppingswerken openbaarde. God vertelde in zes dagen aan Adam hoe Hij ooit in begin (>in aanvang) hemelen en aarde schiep en legde dit vast in een verslag: Genesis 1:1-2:4.
problemen
De lezing dat Genesis 1 een relaas zou zijn van de zes dagen waarin God Zijn schepping tot stand bracht, geeft een aantal problemen en dit zijn ook klassieke vraagstukken die vaak worden opgeworpen om de betrouwbaarheid van Genesis ter discussie te stellen.
1. Op de eerste dag spreekt God: laat er licht zijn (1:3-4), maar is er ook al sprake van dag en nacht. Toch wordt pas op de vierde dag gesproken van de schepping van de zon (1:16). Hoe kan er dan op de eerste dag al sprake zijn van dag, nacht, avond en morgen (1:5)?
2. Telkens staat er: het was avond geweest en het was morgen geweest, de eerste (tweede, derde, enz.) dag. Waarom is er alleen overdag sprake van activiteit? Als de zes dagen scheppingsdagen zijn, heeft God dan Zijn werk alleen bij daglicht gedaan?
Wanneer er gesproken wordt van dag en nacht, veronderstelt dat lokale tijd en zonsopgang en zonsondergang. Aan de andere kant van de aarde is het immers tegenovergesteld. Is God aan plaats gebonden?
3. En is God gebonden aan de nacht? Moest Hij rusten? En heeft God op de zevende dag gerust? Was God dan moe?
4. Tien maal staat er: en God zeide. Tegen wie sprak Hij?
5. Wanneer Adam en Eva beiden op de zesde dag geschapen zouden zijn, is dit in conflict met Genesis 2. Daar vinden we:
- Adam wordt geformeerd uit het stof van de aarde (2:7)
- God plaatst hem in de hof (2:8)
- God onderricht Adam en geeft hem instructies (2:15-17)
- God brengt alle dieren bij Adam en laat hem de dieren namen geven (2:19-20)
- Adam vindt echter geen helper, die hem aanvult (2:20)
- Dan laat God een diepe slaap op Adam vallen, neemt een zijde uit hem en maakt Eva daaruit (2:21-24)
Dit zou allemaal binnen één etmaal moeten hebben plaatsgevonden. En dat lijkt onwaarschijnlijk.
de zes dagen als onthulling aan Adam
De oplossing van het probleem van al deze punten, is verrassend simpel: Genesis is niet de beschrijving van hoe God in zes dagen hemelen en aarde schiep, maar is een beschrijving van de zes dagen waarin God aan Adam Zijn scheppingswerken bekendmaakt. God gaf aan Adam onderwijs aangaande zijn creaties.
Laten we bovenstaande punten eens in dit licht bezien:
1. Op de eerste dag van Gods onderricht aan Adam in Genesis 1 was de zon er al. God schiep immers in begin de hemelen en de aarde. Op de vierde dag van Gods openbaring aan Adam verhaalde God aan Adam hoe Hij de lichten, zoals de zon en de maan had gemaakt tot onderscheiding van dag en nacht, maar ook andere tijden, zoals jaren.
2. God vertelde Adam van Zijn scheppingswerken. Dat deed God overdag. Daarna werd het nacht en kon Adam rusten. God is niet plaatsgebonden, maar Adam was dat wel. Hij was op één plek en God onderwees hem.
3. Natuurlijk wordt God niet moe, Hij is geen mens (Jes.40:28; Ps.121:4), maar Adam werd dat wel. Daarom kreeg hij ’s nachts rust en God stopte (>hield op), zoals het letterlijk staat in Gen.2:2-3, op de zevende dag en heiligde deze dag.
4. Adam was door God gemaakt en geplaatst in een wereld die God in begin geschapen had. God sprak tot Adam en benoemde de dingen voor hem. Adam had instructie nodig, God gaf hem onderwijs en leerde hem hoe de dingen heten. God noemde het licht dag, de duisternis nacht, enz.
5. Adam en Eva kunnen dus onmogelijk op dezelfde dag geschapen zijn. God vertelde op de zesde dag aan Adam hoe Hij hem gemaakt had. Maar wanneer schiep God Eva dan? Dat moet op diezelfde dag zijn geweest waarop God verhaalde aan Adam van de schepping van Adam, de zesde dag van Gods onderwijs over de schepping. Want er staat: en God voltooide in de zevende dag Zijn werk dat Hij deed (Gen.2:2).
Daarmee was de schepping en dus ook die van Eva, compleet. Tevens staat er dat de creatie van Eva plaatsvond nadat God alle dieren gemaakt had (2:18-19). God vertelde op de zesde dag als sluitstuk van Zijn openbaring aan Adam, hoe God hem gemaakt had. Maar God voltooide die dag ook Zijn schepping door Eva te maken uit een zijde van Adam (2:22).
in zes dagen geschapen?
Tenslotte moet ik nog ingaan op een passage uit de wet, zoals beschreven in Exodus 20. Want daar wordt gewoonlijk in gelezen dat God in zes dagen de hemelen en de aarde gemaakt heeft. Maar een nauwkeurige lezing laat zien dat het anders is:
Exodus 20
8 Gedenk de dag van de sabbat, om hem te heiligen.
9 Zes dagen dien jij en doe (>asah) jij al jouw werk,
10 en de zevende dag is een sabbat tot JAHWEH, jouw God. Jij zal geen enkel werk doen (>asah), jij en jouw zoon en jouw dochter, jouw dienaar en jouw dienstmeisje en jouw beest en jouw tijdelijke verblijver die in jouw poorten is.
11 Want in zes dagen maakte (>asah) JAHWEH de hemelen en de aarde, de zee en alles wat in hen is. En Hij stopte in de zevende dag. Daarom zegent JAHWEH de dag van de sabbat en heiligt Hij hem.
in zes dagen gedaan
Drie keer staat in deze verzen het Hebreeuwse asah (H6213). Dit betekent doen en heeft een brede betekenis. Je kunt van alles “doen” en het woord komt dan ook meer dan 2600 keer voor in het oude testament.
Als het consequent vertaald zou zijn in deze verzen, had er gestaan: want in zes dagen deed (>asah) JAHWEH de hemelen en de aarde. Wat deed JAHWEH in zes dagen met betrekking tot hemelen en aarde? Hij deed verslag aan Adam in zes dagen. Daarna stopte Hij en zegende en heiligde de zevende dag.
ook in Genesis 2
Ook in Genesis 2 waar gesproken wordt over de zevende dag, vinden we iets soortgelijks. Ook daar wordt het woord asah een aantal keren gebruikt. De vertaling is in de meeste weergaven nogal suggestief. Hieronder de verzen in de NBG:
Genesis 2
2 Toen God op de zevende dag het werk voltooid had, dat Hij gemaakt (>asah) had, rustte (lett: hield op) Hij op de zevende dag van al het werk, dat Hij gemaakt (>asah) had.
3 En God zegende de zevende dag, en heiligde die; omdat Hij op denzelven gerust (lett: ophouden) heeft van al het werk, dat God schepppende tot stand had gebracht (>asah).
conclusie
Genesis 1 is geen verslag dat God in zes dagen de hemelen en de aarde geschapen heeft. Het is een verslag van hoe God Adam onderwees over Zijn scheppingswerken. God maakte Adam en Hij openbaarde aan hem dat Hij de Schepper is van alles wat Adam om zich heen zag.
God gaf Adam Zijn woord! We lezen in Genesis 1 tien keer “en God zeide”. Dat bepaalt ons natuurlijk bij die andere tien woorden van Gods openbaring, die God aan Mozes gaf (Ex.20:1).
Hoe lang God gedaan heeft over de schepping weten we niet. We weten slechts dat God in zes dagen verslag deed aan Adam over Zijn schepping. Ook doet de Schrift geen uitspraken over hoe oud de aarde is. We weten alleen dat God in begin de hemelen en de aarde schiep.